Elke woensdagavond een tomson darko tekst in je inbox. Over je eenzaam voelen in een club vol mensen. Over de toxiciteit van je eigen perfectionisme. Over de leegte die we soms allemaal voelen, maar niet met elkaar over praten.
Het eerste boek dat ik schreef, heette De schilders van de Golden Gate Bridge. (Nooit gepubliceerd.)
Deze schilders deden er vijf jaar over om de beroemde brug in San Francisco van een kleurtje en een antiroestlaag te voorzien. Om daarna opnieuw te beginnen.
Elke dag die brug schilderen. Vijf jaar lang!
Ik vond het een heel deprimerende gedachte.
(nu denk ik er anders over. Iedereen wil bruggen bouwen. Niemand wil ze onderhouden. Kortom: het leven heeft een hele praktische (saaie) kant. Gelukkig maar. Anders stort alles in).
Anyhow.
Het leven zit vol Golden Gate Bridge-taken.
Weer pepernoten in september in de winkel.
Weer het herhaalnummer intikken bij de apotheek voor mijn driemaandelijkse hooikoortstabletten.
Weer een verjaardagscadeau kopen voor iemand die zelf ook niet weet wat hij wil.
Weer een pakketje bij de buren ophalen.
Ik had een collega die de zin van gordijnen dichtdoen niet inzag. Na het slapen deed je ze weer open. Waar sloeg het op?
Ja. Nu ik er dieper over nadenk: waarom doen we dit?
β
Vroeger deden ze vijf jaar over om deze brug te schilderen, om roest te voorkomen. Tegenwoordig schilderen ze alleen wat onderhoud nodig heeft. Dit gaat elke dag door. Onderhoud zonder einde laat maar zeggen. ALS HET LEVEN.
Waarom herhaling ons pas opvalt bij tegenslag
Het leven zit vol praktische herhalingen.
Het is juist wanneer het leven in ons zwaar wordt, dat deze taken ook zwaarder beginnen te drukken.
Zelfverwaarlozing begint met het bed niet meer opmaken in de ochtend. Vervolgens sla je het ontbijt over en kleed je je niet eens meer aan.
De bekendste metafoor voor de herhaling van het leven is Sisyphus. De man die in de Griekse mythologie elke dag als straf een steen de berg oprolt. Om die vervolgens weer naar beneden te zien rollen.
Dat zijn wij. Elke dag weer hetzelfde doen bij een werkgever. Zonder dat het per se iets bijdraagt aan de wereld of ons innerlijke leven.
Albert Camus schreef dat we Sisyphus als een gelukkig mens moeten beschouwen. Want de ware vrijheid zit niet in het steenduwen, maar in wat je er zelf van maakt.
Dat wat we doen mag dan zinloos zijn op de schaal van het universum, maar je kunt altijd nog een eigen wereldje creΓ«ren dat wel de moeite waard is.
β
Sisyphus was sowieso een lul. Hij naaide de dood, belazerde de onderwereld en zette Zeus in zijn hemd. Maar uiteindelijk kreeg hij wat elke overmoedige man krijgt: een oneindig zinloze taak als straf voor zijn arrogante gedrag.
Weet je wat ik denk?
Ik denk dat als het leven goed gaat, het niet eens voelt als elke dag een steen de berg op moeten rollen.
De repeterende taken onthouden we niet eens. We doen ze gewoon. Tandenpoetsen, pannetje op het vuur, je moeder een appje sturen. Net zoals we op werk geen vragen stellen over wiens leven nou precies beter wordt van het aantal toetsaanslagen dat jij dagelijks op je toetsenbord maakt.
Het is juist bij tegenslag of bij een periode van sleur dat het leven een rotsblok wordt. Juist dan vallen die repeterende dingen ons op.
Wat heeft het eigenlijk voor zin om mijn tuin te onderhouden, als ik hier over vijf jaar niet meer woon en dan andere mensen hier komen wonen, die al deze schoonheid eruit graven en er tegels voor in de plaats leggen?
Waarom ga ik toch zo fel in tegen mijn collega over dit project? Het gaat nergens over.
Herhaling als reddingsboei
Anderzijds denk ik ook dat juist in de repeterende taken de verlichting zit bij tegenslag.
Juist als alle zuurstof je ontnomen is, blijf dan goed voor jezelf zorgen. Bij de dood, liefdesverdriet, kanker, miskraam. Juist dan moeten we die steen elke dag weer de berg op duwen.
Blijf op tijd opstaan.
Blijf ontbijten.
Houd de was bij.
Blijf appjes beantwoorden.
Het wordt een levenslijn in de chaos van gevoelens en gebrek aan zingeving.
Het is een taak, hoe zinloos ook, die structuur geeft. We hoeven er niet te veel bij na te denken. Het sleept ons de dag door.
βIk ben naar de sportschool geweest. Voor wie er nog nooit geweest is, ik zal het omschrijven. De sportschool is een ruimte die eruitziet alsof een kunstenaar de opdracht heeft gekregen om de totale zinloosheid van het leven te verbeelden. Er staan allemaal apparaten die nergens heen gaan. Op een gegeven moment sta ik op de loopband. Ik ga nergens heen. Ik kom ook nog eens nergens vandaan.β
En dat is natuurlijk ook zo. Hoe meer je nadenkt over twee keer per week naar de sportschool gaan om dezelfde oefeningen te doen, hoe zinlozer het voelt. Maar juist als je goed in je vel zit, belemmert je dat niet. De oefening zelf is zwaar. De verlichting komt thuis op de bank.
Juist als je geen zin hebt om te sporten, moet je gaan sporten. Want een keer niet gaan is vervolgens nooit meer gaan. Met alle gevolgen van dien.
Juist als het leven even als een sleur aanvoelt, moet je nog meer de praktische kanten ervan blijven uitvoeren.
Elke woensdagavond een tomson darko tekst in je inbox. Over je eenzaam voelen in een club vol mensen. Over de toxiciteit van je eigen perfectionisme. Over de leegte die we soms allemaal voelen, maar niet met elkaar over praten.